thuiswerk for the win.

19 september 2019, Nationale telewerkdag. Hoera!

Dikke hip hip voor mijn werkgever, de FOD Sociale Zekerheid, die hier grote voorstander van is. Sinds 1,5 jaar werk ik dus ook een 2-tal keren per week van thuis uit. En ik kan ’t je verzekeren: dat is een extrahip voordeel (hebdem? – nerdy-)

Ik had nooit verwacht dat telewerk/thuiswerk zo’n grote invloed kon hebben op mijn algemeen functioneren. Uiteraard heb ik zoals iedereen de grote voordelen mee zoals werken op mijn terras op de prachtigste lentedag, een aantal wasmachines laten draaien over de middag en een dutje doen als het me écht even niet meer af gaat. Bovendien heb ik op mijn thuiswerkdagen heel dat gedoe met #nmbs niet meer: niet moeten hopen op een zitplaats, geen verplaatsingen van/naar ’t station,…

Ik moet toegeven: de afstanden naar ’t station zijn voor mij echt wel niet onoverkomelijk. Integendeel. Maar op een ‘bad hip’-day is zelfs een fietstocht van 5min. naar Berchem station er teveel aan. Als ik die ochtend met stijve heupen uit bed gerold ben, wil ik gewoon op mijn gemak zijn. Wat niet wil zeggen dat ik die dag niet werk. Maar de goesting om me dan in een casual chique-outfit te hijsen, me toonbaar te maken voor de buitenwereld en dan nog een hele dag schone schijn te houden, is me er teveel aan. Als ik last heb, ben ik lastig. En dan is thuiswerk dé ideale oplossing. Voor iedereen.

lotgenoten.

photo-1488998427799-e3362cec87c3

Het is sinds januari geleden dat ik nog schreef. Schaamrood op m’n wangen. Niet voor jullie, diegenen die de moeite doen om dit te lezen. Wel voor mezelf.

Afgelopen winter sprak ik over een nieuwe start en dat is ook wel wat er het laatste half jaar gebeurde: een nieuwe functie (waar ik oh zo blij mee ben), een klein bedrijf in bijberoep, 2 opleidingen die tot nu toe -smoooooth- verlopen & eind mei werd ik officieel huiseigenares. Mijn leven nam de afgelopen maanden een ongelooflijk tempo aan, een tempo dat ik een aantal jaren geleden niet had kunnen bijbenen (flauw mopje) met mijn kapotte heup(en). In de weinige vrije tijd die ik mezelf nog gunde, kwam ik maar niet aan schrijven toe. Of toch niet voor de blog over die hippe hips van mij. Het ging daar dan ook absoluut niet zo slecht mee eigenlijk.

Maar nu is het tijd om dit hier, mijn digitaal ‘dagboek’, terug op te pakken. Grootste gemoeterterugietsmeedoen-call? Mails die me doen glimlachen, van lotgenoten: andere, jonge heuppatiënten die online op zoek zijn naar info, een sprankeltje hoop, getuigenissen, hoe je het dagdagelijkse leven gaat als heuppatiënt,…

2 jaar geleden was ik zelf ook als een zottin op zoek naar een niet-medische uitleg. Over hoe het verder moest na die operatie. Buiten één persoonlijke blog waar ik letterlijk niets mee kon, vond ik alleen maar info op sites van ziekenhuizen. Daar lees je vanalles over de ‘day after’, over revalideren en over alle onderzoeken die ze al deden naar de kwaliteit van prothesen. Een jonge heuppatiënt is in al die literatuur altijd iemand met de leeftijd van
45-50 jaar. Nergens lees je hoe het leven gaat als je meer dan 15 jaar jonger bent dan die ‘jonge heuppatiënt’. En ik hoop, door hier te ventileren, dat ik voor anderen wel een klein beetje ’t verschil kan maken.

Doorgaan met het lezen van “lotgenoten.”